Tom Coene

Ajax-Twente 2011

Ajax kampioen in 2011: mijn onvergetelijke ervaring

Er is zonder twijfel één dag die ik, Tom Coene, voor altijd in mijn geheugen gegrift staat: 15 mei 2011. Die dag speelden Ajax en FC Twente de legendarische kampioenswedstrijd. Waarom zo bijzonder? Beide teams konden kampioen worden bij winst. Dit gaf de wedstrijd een ongekende lading. Het was een duel dat alle voetballiefhebbers in Nederland boeide.

De spanning voor de kampioenswedstrijd

De zenuwen gierden door mijn lichaam. In Amsterdam was de spanning overal voelbaar. In de straten, in het openbaar vervoer, bij elke sportbar. Alles draaide om één cruciale wedstrijd. Deze zou namelijk bepalen of Ajax eindelijk weer kampioen werd. Het was zeven jaar geleden dat Ajax de schaal won. De druk op coach Frank de Boer was daarom enorm. De spelers droegen de verwachtingen van honderdduizenden fans.

Magische sfeer in de Arena

Bij aankomst zag ik een zee van rood en wit. Opvallend genoeg had ik de Arena nog nooit zo gezien. De sfeergroepen hadden zich overduidelijk overtroffen. Talloze spandoeken sierden het stadion. Een overweldigende hoeveelheid vlaggen wapperde.

Het stadion zinderde van spanning nog voor het eerste fluitsignaal. Terwijl de teams opwarmden, klonk oorverdovend gezang. De Arena was tot de nok toe gevuld. Als gevolg hiervan ervoer ik een geluidsniveau zoals nooit tevoren.

De tactische masterclass: 90 minuten pure magie

De Boer dirigeerde zijn team in het beproefde 4-3-3 systeem. Stekelenburg verdedigde het doel. Vertonghen commandeerde de verdediging. Eriksen toverde op het middenveld. Sulejmani zorgde voor gevaar voorin. Ajax speelde met hoge druk en snelle combinaties.

Het eerste doelpunt viel na een perfecte teamaanval. Siem de Jong rondde af in de 23e minuut. De opbouw begon bij Stekelenburg. Via het middenveld bereikte de bal De Jong. Het stadion ontplofte van vreugde. Een eigen doelpunt zorgde in de 46e minuut voor het tweede doelpunt. Op dat moment leek de titel binnen handbereik voor Ajax.

Twente vecht terug: spanning op de tribunes

Twente was natuurlijk niet voor niets titelkandidaat. Theo Janssen bracht de spanning terug: 2-1. De trap was fenomenaal. De Arena hield daardoor collectief de adem in. Twente rook bloed en zette alles op alles. Maar toen haalde De Jong verwoestend uit: 3-1. Hij speelde een één-twee met Eriksen. Een wereldgoal op het beslissende moment.

Vanaf minuut één was het een gekkenhuis in de Arena. Het spektakel ging door tot de laatste seconde. Kortom, de hele wedstrijd hoorde je alleen gezang en gejuich.

Het verlossende fluitsignaal

De laatste minuten toonde Ajax pure discipline. De ploeg hield immers de bal in eigen bezit. Intussen versterkte De Boer de verdediging met slimme wissels. Eindelijk klonk het laatste fluitsignaal. De Arena werd één grote extatische massa. Spelers en fans vielen elkaar in de armen. Een bevrijding na zeven seizoenen zonder titel.

Voor mij, Tom Coene, was dit vooral een bijzonder moment met familie. Ons eerste gezamenlijke Ajax-kampioenschap. We bleven lang in het stadion. De spelers maakten ondertussen een ereronde met de schaal. De vreugdedansen van Suarez blijven me bij. Ook de opluchting bij Danny Blind was zichtbaar. Deze beelden staan bij elke Ajax-supporter gegrift. Het stadion zong uren door.

Een wedstrijd voor de eeuwigheid

Nu, jaren later, is deze wedstrijd legendarisch. Een van de meest intense kampioenswedstrijden die ik ooit heb mogen gezien. Voetbal in zijn puurste vorm. Een tactisch steekspel met individuele klasse. Die dag in mei 2011 liet bovenal zien waar voetbal om draait.

Geschreven door Tom Coene | 20 maart 2017